Toen ‘Het huwelijk van tijd en ijs’ net verschenen was, plaatste Guido Eekhaut een oproep op facebook aan recensenten die zin hadden om het boek te recenseren. Nou ben ik daar nooit heel erg vies van, dus ik had meteen van: Waarom niet! Toch eerst maar even contact met Guido gezocht met de vraag of er wel fantastisch elementen in voorkwamen. Er stond tenslotte luid en duidelijk: Thriller op de omslag en bij het NCSF willen ze toch wel graag recensies van verhalen met, meer of minder, fantastische elementen en daar houd ik mij toch wel aan. (nou ja… voor de niet fantastische verhalen van Jack Vance die bij Spatterlight verschijnen, maak ik wel een uitzondering). Nu staat er natuurlijk zowat op elk boek triller, dus dat wil niet zo heel erg veel meer zeggen, maar toch. Per omgaande kwam een bevestiging van Guido dat dat inderdaad het geval was, dus stond niet meer in de weg een recensie exemplaar aan te vragen. Dat prompt gehonoreerd werd, waar ik heel erg blij mee was. Helaas moest het nog even blijven liggen, omdat er nog een paar andere recensieboeken eerder binnen gekomen waren (alsmede een hoop ander gedoe, waar ik nu niet verder over uit zal weiden).
Dan was het eindelijk zo ver. Ik was inmiddels meer dan benieuwd.
‘Het huwelijk van tijd en ijs’, speelt zich min op een tweetal plekken af en wel in Marseille en op de Zuidpool. De Zuidpool… daar ga ik niet al te veel van zeggen. Gewoon maar tot u nemen! De wijk in Marseille, waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt, heet La Valentine. Uiteraard (na het boek gelezen te hebben) heb ik even gecheckt of die wijk bestond en niet uit de duim van Guido kwam. Tot mijn verbazing bestond die wijk wel degelijk en de foto’s daarvan, herkende ik vrijwel meteen uit de omschrijving die Guido in zijn boek gaf. Al lezend zag je de omgeving welhaast door de kieren van de woorden sijpelen. Ik ken er eigenlijk maar een die deze gave van woorden tot een kunst verhief: Jack Vance. Als je zijn verhalen las, zag je het landschap voor je en kon je het beschreven voedsel bijna ruiken en proeven. Deze manier van schrijven vind ik zeer aantrekkelijk. Guido Eekhaut heeft dat dus ook.
Hoe dan ook… detective Emanuel Selavy (C’est la vie (Zo is het leven)?) zwerft door de gore straten van La Valentine, op zoek naar sporen van de misdadiger Lönnroth. Hij wordt aan zijn lot over gelaten door zijn chefs en mag zo ongeveer doen en laten wat hij wil. Theodora Steiner is een onderzoeksrechter, die de opdracht krijgt om de prefectuur van Marseille door te lichten. Het Parijse rijkeluiszoontje Raymond Roussel is daarentegen op zoek naar kicks en de gitzwarte kant van de samenleving. Ze kennen elkaar niet, maar door samenloop van omstandigheden komen ze met elkaar in contact en raken verbonden door de jacht op slechts één persoon: Lönnroth! De ontvoeringen en spoorloze verdwijningen van jonge meisjes wordt op zijn conto geschreven. Hij is ongrijpbaar. De drie speurders ontdekken gaandeweg dat er nog een andere band is die hen bind. Hun vaders kenden elkaar. Zij waren lid van een vijftal, dat in de jaren twintig van de vorige eeuw de Republiek van Antartica stichtte. Een jonge geleerde, Lönnroth genaamd, was een van hen. Hij voerde wel heel erg bizarre experimenten uit.
Verder vertel ik natuurlijk niets over verhaal, maar ik kan wel kort en bondig zijn over hoe ik het vond: Prachtig! Inderdaad met een hoofdletter P. Guido had ook niets teveel gezegd. De fantastische elementen waren ook in voldoende mate aanwezig, waardoor ik het verhaal als SF kon classificeren. Ik wil ook nog wel even memoreren dat Guido Eekhaut mooie woorden gebruikt. Een tweetal voorbeelden, zoals: ‘spaarzaam en opaak’ en ‘nubiele nimfen’. Mijn vocabulaire is best aanzienlijk, maar deze twee had ik nog nooit gezien en dan bedoel natuurlijk ik niet: ‘Spaarzaam’ en ‘nimfen’. Ik heb ze op moeten zoeken. Wat mij betreft is ‘Het huwelijk tussen tijd en ijs’ een dikke aanrader. Doe mij nog maar zo’n Thriller!