Kwantumschuim… daar was ik heel erg benieuwd naar. Charles van Wettum bestormde het Nederlands taalgebied met zijn prachtige verhalen en verscheen overal, waarin maar te verschijnen viel. Hij verscheen ook zelfs als een dertien pagina’s groot item in de veelomvattende essay van Paul van Leeuwenkamp in Fantastische Vertellingen 67. Ook toen werkte hij waarschijnlijk al rustig (of misschien wel koortsachtig, wie zal het zeggen) aan zijn eerste roman.

Kwantumschuim… zoals gezegd... behoorlijk benieuwd naar. Volgens de achterflap: “Kwantumschuim. Het is de diepste laag van onze werkelijkheid die bubbelt van materie en energie en entropie en resonantie.

Hoe zou het zijn als iemand dat schuim zou kunnen gebruiken als computergeheugen, ja, zelfs erin zou kunnen programmeren? Anoka ontdekt het, haar kwantumprocessors geven haar toegang. Ze gaat zelfs nog een stapje verder: ze bouwt er een digitale thuisbasis. Met de kunstmatige intelligentie Anoka gaat de vriendengroep rond Arthur en Zwingli het nieuw ontdekte universum binnen.

Maar de mens is niet de enige die het schuim heeft ontdekt…”

Ik heb het met grote aandacht (dat doe ik trouwens altijd) gelezen. Hieronder mijn oordeel over het geheel.

Ik moet zeggen dat voordat het echt interessant werd en er echt iets gebeurd dan zijn we misschien (ik heb ze niet echt geteld) wel honderdvijftig pagina’s of misschien wel tweehonderd pagina’s ver en dat is best veel voor een boek van driehonderdvijfenvijftig bladzijden. Natuurlijk... het hoeft niet allemaal actie en dood en verderf te zijn, maar het moet wel vooruit gaan! En… dat gaat het niet. Het is meer een lange introductie van de situatie en de hoofdpersonen. En… daar wil ik het ook nog wel even over hebben, ik heb namelijk een hekel aan het constante verleggen van de verantwoordelijken van het verhaal, en zeker als het er zoveel zijn. Het wordt er zo niet leuker op, vind ik. Waarschijnlijk ligt dat aan mij en niet aan Charles, maar toch! En dan Terry, de transseksuele persoon. Degene die met hen aangesproken wordt en hens dingen doet. Dat kan modern zijn, maar het irriteert me mateloos!!! Ook dat ligt waarschijnlijk meer aan mij dan aan Charles. Maar ik moet in mijn hoofd telkens schakelen en dat leidt af, dat leidt heel erg af!

Buiten dat, zijn er wat foutjes, die met een goede redactie niet nodig geweest waren. Het zijn er niet dramatisch veel, maar toch!

Toch... na deze negatieve uitingen, die wel of niet op Charles’ conto geschreven kunnen worden, mag je toch wel concluderen dat het gegeven weer origineel is (wat je zeker van Charles mag verwachten!) en uit gaat van een grote en diepe laag onder, langs, boven ons en… Uiteindelijk, als je door de lange intro heen bent, boeit het verhaal zeker wel. Maar toch moet ik zeggen dat Charles’ kortere en langere verhalen mij beter liggen en mijn aandacht beter vast kunnen houden en me verrassen. Misschien was Kwantumschuim ook beter af geweest als een lang verhaal, of misschien een novelle. Misschien was nog iets meer oefening met verhalen beter geweest voordat hij aan een boek begon. Wie zal het zeggen!

Maar… waarschijnlijk was hij me voor, wat knap is, want ik wist gistermiddag ook pas wat ik uit mijn aantekeningen als recensie zou brouwen. Op facebook zag ik toen net de vooraankondiging van zijn nieuwe boek: Koepel Goes, wat een boek is met drie novellen. Twee ervan gaan over de detectives Sherlock & Rex, die we al eerder tegenkwamen in Snuffel-reeks nummer 10 van Fantastische Vertellingen. Het is knap te luisteren, voordat er iets gezegd is. Ik ben absoluut zeker weer heel erg benieuwd naar Koepel Goes.