In een ziekenhuis wordt een man met totaal geheugenverlies wakker. Hij geneest uiterst langzaam. Hij is de prins van Amber, het volmaakte koninkrijk, in feite een allegorisch beeld van de schrijver voor een geestestoestand die ieder mens probeert te bereiken. Hij moet het rijk veroveren op zijn verdorven broer, die zich door bondgenootschappen een vrijwel onaantastbare positie heeft veroverd. In dit eerste deel vinden de inleidende gevechten tussen beide broers plaats.