'Mijn naam is Kvothe. Ik heb prinsessen terug gestolen van slapende grafkoningen. Ik heb het stadje Trebon platgebrand. Ik heb de nacht doorgebracht met Felurian en ben met zowel mijn geest als mijn leven intact weer vertrokken. Ik werd van de universiteit gestuurd op jongere leeftijd dan de meeste mensen er worden toegelaten. Ik betreed paden in het maanlicht die anderen overdag niet eens durven te benoemen. Ik heb met goden gesproken, van vrouwen gehouden, en liederen geschreven die de minstrelen tot tranen roerden. Je hebt misschien van me gehoord.'
Zo begint een tot nu toe ongekend verhaal in de fantasyliteratuur. Het verhaal van een held, door hemzelf verteld. Het is een verhaal over verdriet, een verhaal over overleven, een verhaal over de zoektocht naar de zin van het leven en hoe die tocht, in combinatie met een ontembare wilskracht, de geboorte van een legende aankondigde.