Sander groeit op bij zijn oom Brendan, zijn ouders heeft hij nooit gekend. Het enige aandenken dat hij aan hen heeft, is een gouden amulet met vreemde symbolen erop. Oom Brendan heeft een passie voor zwaarden. Niet alleen smeedt hij deze voor de eenentwintigste eeuw wel érg ouderwetse wapens, hij kan ze ook hanteren als de beste en leert zijn jonge neef de kunst van het zwaardvechten. Voorlopig is hij Sanders meerdere. Maar dan komt de dag dat Sander een vreemdsoortig wezentje ontmoet, dat een verbinding lijkt te hebben met Sanders amulet. En dan gaat alles opeens heel snel. Uit het niets duikt een demonische zwarte ruiter op, die Sander en zijn oom naar het leven staat. Diep in de ruïnes van een oude fabriek bevindt zich een poel, die de poort blijkt te zijn naar een andere wereld... Sander gaat op zoek naar de geheimen uit zijn verleden en de moordenaar van zijn dierbaren...