Iedereen loopt dagelijks tegen grenzen op zonder dat wij ons hiervan bewust zijn. Het spreekt tenslotte voor zich dat we niet onsterfelijk zijn, dat we onder water geen adem kunnen halen en niet terug kunnen in de tijd. Mel Hartman zoekt deze grenzen op in haar verhalen en speelt er vervolgens mee: wat gebeurt er als die grens niet bestaat of elders ligt?

Mensen hebben heel veel over voor rijkdom en geluk. Maar als er spel bestaat waarbij het werkelijk alles of niets is, doe je dan mee? En wat gebeurt er met een man die alles, maar dan ook alles kan door gaven van anderen af te nemen? Stel dat we in staat zijn dromen op basis van hersengolven te beschrijven: wat zouden we daarmee gaan doen? Hoe ziet tijdreizen eruit als dat alleen maar mentaal en niet fysiek mogelijk is? En hoe zou je reageren als je, net als de jonge Manon Maxim, ontdekt dat je ‘anders’ bent?