In het heelal van de 27e eeuw lijkt een gouden tijd aangebroken. De Adamisten hebben honderden werelden in de Melkweg gekoloniseerd, terwijl de Edemisten levende ruimteparadijzen bewonen en rondvliegen in telepathische ruimteschepen. Er heerst vrede en mensen leven langer dan ooit - en de Confederatieve Marine zorgt ervoor dat dit zo blijft. Maar op een pas ontsloten koloniewereld is iets gruwelijks gaande, iets dat alle verbeelding tart. Wezens die lichamen inpikken, materie vervormen en energie ontwrichten nemen de planeet over. De indringers zijn geen Anderlingen, zoveel is zeker. Wellicht is dit, zo wordt algemeen veronderstelt, het werk van de afvallige en misdadige Edemist Laton, naar wie de hele Melkweg al jaren op zoek is. Langzaam wordt echter duidelijk dat een ongelukkig toeval de sluisdeuren van het hiernamaals opende - en nu stromen de doden het heelal binnen, vastbesloten om ruimte en tijd te heroveren. Het vooruitzicht is gruwelijk: toen in het verre verleden de oeroude Lamylbeschaving werd getroffen door dezelfde bizarre gruwel, toen benoemd als 'De ontwrichting van de werkelijkheid', konden ze die alleen een halt toeroepen door de eigen beschaving volledig te vernietigen. Zowel de wetenschap als de Kerk staat machteloos en ook de Confederatieve Marine kan weinig uitrichten. Maar dan is hij er nog, Joshua Calvert, kapitein op de wilde ruimtevaart, vrijbuiter en hartenbreker, eigenaar van de Lady MacBeth en vervloekt door te veel geluk - wellicht dat deze noodtoestand hem dwingt afscheid te nemen van zijn losbandige leven en aan zijn plichten als mens te voldoen...