Dit is het magistrale slot van een fantasyvierluik dat zich kan meten met het beste van Robert Jordan en George R.R. Martin. Een geschiedenis van bedrog, wanhoop, hebzucht en oorlog. De historie van drie werelden en vier rassen. Maar bovenal: het verhaal van Karan van Bannador en Llian de Zain. Ooit waren er drie werelden, elk met zijn eigen mensenras. Toen, vluchtend uit de leegte tussen de werelden, kwam er een vierde volk. De Charon waren wanhopig en bijna uitgestorven, en veranderden voorgoed het evenwicht tussen de werelden. Er is een duistere volle maan op midwinter. De voorspelling is uitgekomen. Rulke de Charon kan niet worden tegengehouden. En Karan is zijn gevangene: Rulke wil haar gebruiken om de Weg tussen de Werelden te vinden. Op de hellingen onder Rulkes vesting wachten de legers machteloos af. Llian is onder hen, in ketenen, omdat hij Karan verraden zou hebben. Terwijl de duistere maan opgaat, begint Rulke de Weg te openen. Als hij slaagt zal Santh ten prooi vallen aan de demonen van de Leegte. Er is slechts een manier om dat af te wenden: Karan moet worden opgeofferd!