Kort voor de gebeurtenissen in De Tuinen van de Maan stort een roversbende van bergstammen zich in het noorden van Genabackis op de zuidelijke vlaklanden. Voor een man genaamd Karsa Orlong markeert de aanval de openbaring van zijn buitengewone levensbestemming. Enkele jaren later, in de nasleep van de Hondenketen, overlijdt Coltaine, de geliefde bevelhebber van het Zevende leger. Om zijn plaats in te nemen arriveert in het laatste bastion van Zevenstad de oudste zuster van Ganoes Paran, Tavore, de rechterhand van de keizerin. Zonder enige ervaring moet Tavore een strijdmacht van twaalfduizend onbeproefde krijgers omsmeden tot een leger dat in staat is Sha’iks Wervelwind te weerstaan. Al haar hoop is daarbij gevestigd op de overlevenden van Coltaines legendarische mars, stuk voor stuk veteranen. In het verre Raraku, het Hart van de Heilige Woestijn, wacht het rebellenleger van Sha’ik rustig de gebeurtenissen af.