Het kralenspel - Das Glasperlenspiel - is het laatste grote werk van Hermann Hesse. Het boek verscheen in 1943 in Zwitserland, en werd in 1946 bekroond met de Nobelprijs voor de Literatuur.

Het Kralenspel, dat in Reis voor het morgenland een voorloper vond, kan beschouwd worden als een opus over de strijd van de menselijke geest tegen barbaarse machtswellust. Hermann Hesse situeerde deze utopische roman omstreeks het jaar 2200. Zijn 'kralenspel' os een ongekend instrument, 'waarin de totale inhoud en alle waarden van onze cultuur verwerkt zijn'. Het is de kroniek van het leven van Josef Knecht die, deel uitmakend van een elitaire orde in de denkbeeldige staat Kastalië, zich ontwikkeld tot magister. Als meester-speler aan de top gekomen ziet gij de gevaren die Kastalië bedreigen: zelfgenoegzaamheid, zinneloos isolement. Hij treedt uit de orde om als vrij mens in het wereldse bestaan een taak te gaan vervullen.

Wat Hermann Hesse, diep gescholt door de tweede wereldoorlog, wilde was de genezende krachten zichtbaar maken die uit de chaos weer tot orde kunnen leiden. De inhoud van dit machtige werk heeft tot kevendige, nog altijd voortdurende discussies geleid.