Aanvankelijk stond ik enigszins antisceptisch tegenover deze uitgave. Jonge en onervaren lezertjes denken immers maar al te dikwijls, dat geld gelukkig maakt. Na een uitputtende lezing van deze trilogie ben ik echter geheel omgeslagen, want de kristalheldere visie van de hoofdfiguur legt het aardse slijk in al zijn voze geledingen bloot. Met gevaar voor eigen leven opent hij de ogen van iedere aankomende rijkaard op schokkende wijze. Hij laat daarbij Marx en Mao ver achter zich in de diepe vlucht van zijn hoogstaande daden.