Geboren te Rotterdam. Marten Toonder was een Nederlands stripauteur. Hij kreeg bekendheid als schrijver en tekenaar van Olivier B. Bommel en Tom Poes.

Marten Toonder junior werd geboren te Rotterdam. Zijn vader, Marten Toonder senior, werd geboren in Warffum. Ook zijn moeder, Trijntje Huizinga, was van Groningse afkomst. Twee jaar later wordt zijn broer, Jan Gerhard geboren.

Toonder maakte kennis met strips door de comics die zijn vader, die zeekapitein was, uit de Verenigde Staten van Amerika meenam. Kort na de eerste wereldoorlog vestigde het gezin Toonder zich in Scheveningen. De gedachte van Martens moeder was dat als zij dicht bij zee zouden wonen, dit gemakkelijker voor haar man zou zijn, maar Martens vader voelde zich als man van de grote vaart niet thuis in het vissersdorp. Op de toen zesjarige Marten hadden echter het strand en de buitenlandse bezoekers met hun eigen gewoonten en tradities, en die uit voor hem verre oorden kwamen, grote indruk gemaakt. In de verhalen van heer Bommel, Tom Poes, kapitein Walrus en Kappie bracht hij die later tot uiting. Na zijn eindexamen HBS maakte hij met zijn vader als beloning een zeereis naar Argentinië waar hij in 1931 Jim Davis, de assistent van Disney-striptekenaar Dante Quinterno ontmoette, die hem inspireerde om zelf ook strips te gaan tekenen. Hiervoor ging hij naar de Rotterdamse academie, maar die verliet hij alweer snel.

In 1935 trouwt hij met Afine Kornélie Dik, oorspronkelijk een buurmeisje uit zijn jeugd, die onder de naam Phiny Dick zelf strips en kinderboeken heeft getekend en geschreven. Ook maakte ze teksten bij de tekeningen van haar man voor de strip Kappie. In 1936 wordt de zoon van de Toonders geboren: Eiso Toonder. Toonder richtte Toonder Studio's op, een bedrijf dat een afsplitsing was van Toonder-Geesink productie. Het bedrijf richtte zich in eerste instantie op het uitbrengen van stripverhalen, maar begaf zich later ook op het gebied van reclame en tekenfilms. In 1939 begon hij aan een eigen strip. Dat werd Tom Poes, die op 16 maart 1941 in De Telegraaf aan zijn eerste avontuur begon. Op 12 juli 1941 verschenen Ollie B. Bommel en Joost in het verhaal. Eind 1944 brak Marten Toonder de publicaties van Tom Poes af toen de Telegraaf een hoofdredacteur kreeg die lid was van de SS. Hij laat zich manisch-depressief verklaren en kan daardoor stoppen met zijn werk zonder onder te duiken. In een dependance van zijn studio is intussen al een tijd de illegale drukkerij D.A.V.I.D. (De Algemene Vrije Illegale Drukkerij) gevestigd. Marten Toonder wordt. net als zijn broer Jan Gerhard, medewerker van het illegale blad Metro, waarvoor hij onder meer politieke cartoons maakte en dat van november 1944 tot juli 1946 verscheen. Na de oorlog zette Marten Toonder zijn werk voort. Tom Poes verscheen in 1948 al in veertien landen. In 1965 verhuisde Toonder met zijn vrouw naar Greystones, in Ierland, om zich geheel te wijden aan het striptekenen. Hij merkte tot zijn verbazing dat het Ierse landschap erg leek op dat wat hij al jaren in zijn Bommel-strips had getekend. In 1982 scheef Marten Toonder het boekenweekgeschenk. In 1983 verscheen de film Als je begrijpt wat ik bedoel waaraan Marten Toonder samen met producer Rob Houwer twee jaar aan heeft gewerkt. In 1986 verschijnt het laatste bommelverhaal Het einde van eindeloos. In 2007 startte de NPO met een hoorspelserie bestaande uit een selectie van de beeldverhalen die bij uitgeverij De Bezige Bij waren verschenen.

Phiny Dick overleed in 1990. In 1996 hertrouwde Toonder met de componiste Tera de Marez Oyens, die later dat jaar overleed aan een ongeneeslijke ziekte. In 2001 verhuisde Toonder terug naar Nederland. Sindsdien woonde hij in het Rosa Spier Huis te Laren. alwaar hij uiteindelijk in zijn slaap overleed.. Zijn asresten werd bijgezet in het familiegraf op de Redford Cemetery van Greystones.

Co-Auteurs: Dick Matena en Will Raymakers.