Marc Andries werd in 1939 geboren, het jaar van de Grote Catastrofe. In al zijn romans en verhalen, en ook in zijn poëzie, is de mens eenzaam, vervolgd, ook wel opstandig, maar tenslotte niet bij machte het kwaad te stoppen.
De hel zijn anderen, de hel is ook hijzelf. Dat is de menselijke tragedie. Uiteindelijk rest slechts één verweer : het masker. In de verhalen van dit boek toomt Andries meer dan ooit zijn maskers. Maskers die iedereen draagt. Velen zullen dus herkennen, maar slechts weinigen zullen het toegeven.
Andries' eerlijkheid komt voor velen inderdaad onprettig aan. Maar ondanks alles blijft hij geloven in de oorspronkelijke goedheid van de mens. Ondanks alles hoopt hij op het bereiken van een nieuwe levensvorm.