Twee werelden worden in dit boek beschreven: de Woonstad en het land. De Woonstad is de grote stad waar de mensen leven als in een wriemelende mierenhoop. Synthetisch voedsel, passief vermaak, continue schetterende muziek en kolossale sportmanifestaties begeleiden het dagelijks bestaan.
Een schrille tegenstelling hiermee vormt het leven op het Land., dat zich het best laat beschrijven als adellijk landleven uit de achttiende eeuw; schitterende tuinfeesten, vrolijke vossenjachten en knapperende haardvuren zijn hier aan de orde van de dag.
Twee werelden gescheiden door een niemandsland vol afschrikwekkende versperringen.
Rob Randall, een moederloze jongen wiens vader ook nog op een geheimzinnige wijze het leven verliest, waagt het door het barre verlaten niemandsland van de Woonstad naar het land te vluchten.
Aanvankelijk heeft het landelijke leven op het Land voor Rob een grote bekoring, maar geleidelijk aan ontdekt hij de voosheid ervan, ontdekt hij hoe mensen gemanipuleerd worden en hoe ‘Wachters’ op kunstzinnige wijze de wereld verdelen in Woonsteden en een Land.
John Christopher schildert in dit boek een angstwekkende toekomstvisioen. Het is een verhaal dat lezers dwingt tot bezinning. Bezinning op ons milieu, onze toekomst, de inhoud van ons leven en de keuze omtrent ons hoogste goed: de menselijke vrijheid.