Splinter, een jonge, pientere kerel woont samen met zijn oma in een schamele hut in het Nevelbos. Ze hebben het er erg naar hun zin, tot oma op een ochtend niet wakker wordt en vredig in haar slaap is overleden. Splinter begraaft haar, zoals ze had gewenst, onder de oude appelboom en trekt de wijde wereld in, op zoek naar het avontuur. Op zijn tocht ontmoet hij eerlijke en goede mensen, zoals Trampaulina, de waarzegster, die hem goede raad geeft en Smee, de dorpssmid, die een groot zwaard voor hem maakt. Gelukkig maar, want ook schurken, rovers en zelfs griezels en monsters kruisen zijn pad.