Sander woont bij zijn oom Brendan in een oude treinwagon. Zijn ouders heeft hij nooit gekend en het enige wat hij heeft geërfd, is een gouden amulet met vreemde symbolen erop en een hele hoop vragen. Wanneer Sander een vreemd wezentje ontmoet dat een band lijkt te hebben met de amulet, beginnen de puzzelstukjes een voor een op hun plaats te vallen. Diep in de ruïnes van een oude fabriek vindt Sander een poort naar het mythische Cyndrië. Een land waar de machtige tovenaar Farlog regeert, met zijn leger witte monniken en de gevreesde Zieleneter aan zijn zijde. Sander gaat op zoek naar de geheimen uit zijn verleden.