Fafhrd was een reusachtige barbaar uit de ijzige Noordlanden. Zijn wapen was het slagzwaard Grijsstaf, zijn schutspatroon de gevreesde tovenaar Ningauble met de Zeven Ogen.

De Grijze Muizer was een kleine lenige man geheel in grijs gehuld. Hij droeg zowel rapier als dolk, Katsklauw en Scalpel geheten, en hij werd bijgestaan (af en toe) door de onverbiddelijke magiër Sheelba van het Oogloze Gezicht.

In Lankhmar gingen zij door voor schelmen, drinkebroers, hoerenlopers. En dat waren ze. En ook de vaardigste vechtersbazen van heel Remmin, voor wie iedereen sidderde. Geen wonder dan ook dat Glipkerio Kistomerces, sybaritisch Overheer van de enige beschaafde stad van de wereld, Lankhmar-van-de-Zwarte-Toga's, hen huurt om een kostbare zeekaravaan naar een naburig monarch te bewaken.

Onze helden verheugen zich ditmaal op een welverdiende luie tijd van brassen en schransen - maar dan gaan de gele Mingolezen, een tweekoppige draak en een heir van doorzichtige woestelingen zich ermee bemoeien. Hoe moet het naar avontuur hongerend heldenkoppel dit stuitend geweld overleven?