Er zijn maar twee seizoenen gedurende een jaar: een veel te lange natte en kille winter en een korte droge zomer. De mens heeft met het verleden willen breken na een ramp waaraan de herinnering zeer vaag is. Van het verleden blijft niet zo heel veel meer over: wat ruïnes en derderangs impressies. Toch blijft er een belangstelling voor het verleden bestaan. De oude literaire meesterwerken worden moeizaam herschreven aan de hand van fragmenten en herinneringen, want vele van de teksten zijn voorgoed verloren gegaan. Gaddis, de hoofdpersoon van het boek, reconstrueert ‘Hamlet’, maar dan als roman. De taak is zwaar en het boek plaagt hem in zijn ergste dromen. Hij wil eigenlijk een persoonlijke tekst schrijven maar daar is geen belangstelling voor.

Nadat hij vanuit een drukke stad naar het platteland verhuisde, sterven zijn vrouw en zoon en na hun begrafenis blijft hij alleen met zijn huis vol boeken en zijn onafgewerkte manuscript. Hij ontmoet Miranda, een jong meisje uit het dorp, en voelt zich tot haar aangetrokken. Ze komt zelfs bij hem inwonen, ook al voelt hij zich vervreemd door haar destructieve gedrag. Maar er is ook Konrad, haar vroegere geliefde, die omwille van haar zijn toekomst en zekerheid opgaf en een lange reis ondernam om zich bij haar te voegen. Voor haar is er geen kwestie van keuze tussen Gaddis en Konrad: zij wil alles en iedereen voor zich terwijl ze toch door beide mannen afgestoten wordt. Voor Konrad is er geen keuze mogelijk.: zij behoort hem toe en hij zal alles doen om haar te behouden, tot in het uiterste van de waanzin toe.