Samen met haar ouders en haar broer vertrekt Jolien op reis naar Kreta. Voor haar vader is de afgelegen baai van Kato Zagros de ideale plaats om de sterren te bekijken. Maar de eerste dag al voorspellen die weinig goeds. Er hangt iets dreigends in de lucht. Als Jolien het keukenhulpje Nikos leert kennen, doet ze samen met hem de ene vreemde ontdekking na de andere. Op zoek naar een verklaring komen de kinderen in de Vallei der Doden terecht. Daar in die ondergrondse gangen schuilt echter een groot gevaar. Dat is immers het domein van de schorpioenen van Kato Zagros.