In 1860, toen grote, niet in kaart gebrachte gebieden nog een aanzienlijk deel van de wereldbol bedekten, begon bioloog Arthur Denison met zijn zoon Will aan een ontdekkingsreis.
Ergens op de expeditie verdwenen professor Denison en zijn zoon. Er werd nooit meer iets van hen of de andere opvarenden van hun schip vernomen... tot voor kort. Nu is gebleken dat ze door vriendelijke dolfijnen naar het onbekende eiland Dinotopia werden gebracht, een land waar mensen en dinosaurussen in vrede samenleven. De dinosaurussen waarderen de vaardigheden en levendigheid van de homo sapiens en de mensen profiteren van de wijsheid en zachtheid van de veel oudere soorten.
De professor verhaalt hier van de spannende, vaak spectaculaire avonturen van de Denisons op Dinotopia. Als geoefend waarnemer van de flora en fauna van de wereld tekende hij zijn ervaringen tot in de kleinste details op; het zou anders moeilijk geweest zijn de verbazingwekkende ontdekkingen die hij beschreef, te geloven. Zijn artistieke vaardigheden brengen de schitterende wereld van het Dinotopische leven zeer treffend tot uiting. Hij schetst heel duidelijk de wonderen van een architectuur die is ontworpen voor organismen van vijftig ton... watersteden, waterparken, boomdorpen en andere natuurlijke en door dinosaurussen en mensen geschapen wonderen.
Professor Denison gaat ook in op aspecten van het dagelijks leven: optochten en feesten, sporten (sommige heel riskant!) en voedsel. Hij vertelt over in bomen hangende slaapverblijven; broederijen (waar mensen voor dinosaurusjongen zorgen) en speelparken (waar dinosaurussen voor mensenkinderen zorgen); vormen van transport, waaronder luchtreizen per Quetzalcoatlus, plaatselijk bekend als Skybax. Kortom, hij toont Dinotopia als een prachtige, fascinerende plek, die avontuur en spanning biedt, evenals een buitengewone mogelijkheid inzicht te krijgen in onze eigen wereld en tijd vanuit Dinotopisch gezichtspunt.