In het bos woont de boze heks. Ze heet de boze heks omdat ze meestal een verschrikkelijk humeur heeft. Dan rent ze razend en tierend door het bos en tovert ieder dier om dat ze op haar weg tegenkomt. De eekhoorn wordt veranderd in een dennenappel en de oude pad in een molshoop, of alle stekels van de egel zitten opeens in de knoop. Gelukkig tovert de boze heks alles weer terug als haar boze bui voorbij is. Op een dag verzinnen de dieren een list om de heks voor een tijdje uit het bos te krijgen. Deze list lukt en eindelijk kunnen ze nu rustig buiten lopen. Maar ze beginnen zich al gauw te vervelen. Het is gewoon saai zonder heks.