'Een vrouw alleen is maar een vrouw alleen,' deelde mej. A.M.D. te R. ons mede.

'Dat zie je aan de weduwe Hooinaald, die haar onderhoud verdient met het hakken van oliebollen en gebreide truien. Soms leest ze ook wel eens, en zodoende leende me ze dit boek. Ze zei, dat het haar herinnerde aan mijn buurheer, die laatst mijn lekke kraan kwam maken, zei ze. Hij viel met zijn linkerknie op de stenen vloer die hierdoor is gekneusd. Maar met zijn rechterbeen heeft hij me toen geholpen er een nieuw leertje in te zetten! De klacht is daardoor hersteld, en nu is ze natuurlijk jaloers. Zij werkt zich dood om te kunnen leven, en ik wordt altijd met hand en tand geholpen. Stilzwijgend gesproken begrijp ik daarom niet wat ze wil met dit boek, waaruit je toch maar mooi kan zien hoe knap Ollie eigenlijk is.'