'Soms ben ik een kikker. Dat is mijn supergeheim. Niemand mag het weten, behalve jullie.' Eerst denken de kinderen dat hun meester een grap maakt. Dat doet hij wel vaker. Maar op een dag komt hij de klas in met kroos in zijn haar en natte, gescheurde kleren. Hij stinkt als een oude moddersloot en ziet er erg geschrokken uit. 'Ik ben aangevallen door een ooievaar,' zegt de meester. 'Bijna was ik opgeslokt door de ergste nachtmerrie van elke kikker.' Nu moet de klas wel iets doen. Want dit is toch geen grap meer.