Als onze jonge held, Gulden Walter, zee kiest vanuit de haven van Lange Tonge, reist hij een onbekende wereld van magie en mysterie binnen. Vage schemerige wouden waar zonderlinge wezens op de loer liggen… bedauwde velden en groene heuvels waar de oude magische krachten uit vroeger dagen nog heersen… Het is een frisse, schoongeboende, pas ontwaakte wereld, geschilderd in de heldere en tijdloze kleuren van een Middeleeuws wandtapijt, gevuld met vreemde gesluierde personages en ruwe, kwaadaardige, dwergachtige vijanden en vreemde onaardse monsters. Hij komt in aanraking met een geheimzinnig groepje bestaande uit drie personen: een hulpeloos meisje, dat de gevangene is van een raadselachtige, buitengewoon schone vrouw, die bekend staat onder de naam de Meesteres. Zij heeft in haar dienst een gemeen dwergachtig monster, dat het slavinnetje op laaghartige wijze mishandelt. Als Walter over de schemerige vlakten en door de duistere wildernis van de wereld van William Morrris zwerft, kruist het geheimzinnige drietal, Meisje, Monster en Meesteres voortdurend zijn pad. Walter krijgt medelijden met het meisje en wordt daarna verliefd op haar. Hij volgt het drietal in een vreemd stil woud dat voorbij het einde van de wereld ligt. Hier verblijft de Meesteres in een spookachtig marmeren paleis, dat het Gouden Huis genoemd wordt. Ten slotte ziet Walter kans het meisje te ontvoeren en doodt daarbij de misvormde dwerg, die haar in de jaren van haar mysterieuze gevangenschap zo gekweld heeft. Daarna vluchten de twee geliefden terug naar onze wereld, in de hoop te kunnen ontsnappen aan de wraak van de bovenaardse tovenares.