Vier kinderen, Peter, Susan, Edmund en Lucy gaan uit logeren in het geheimzinnige, grote huis van een oude professor. Als ze op de eerste dag samen het huis gaan verkennen, zien ze een grote oude kleerkast staan in een lege kamer. Lucy verstopt zich in de kleerkast. Tot haar schrik zit er helemaal geen achterkant in de kast! Ze loopt zomaar een ander land binnen, waar een lantaarnpaal schijnt, midden in een sneeuwlandschap. Daar ontmoet Lucy een vriendelijke faun, meneer Tumnus. Ze gaat bij hem op bezoek en blijft ook eten. Als ze weer terug komt door de kast in haar eigen wereld, geloven haar broers en zus niets van haar verhaal. Maar op een dag maken ze precies hetzelfde mee als Lucy. En niet voor niets! In het land Narnia is een strijd aan de gang, waar de kinderen bij worden betrokken. Samen met Aslan vechten ze tegen de Witte Tovenares. Het lijkt erop dat hun avonturen slecht aflopen, maar Aslan is veel machtiger dan iemand had kunnen denken.