De Maatschappij tot de ontwikkeling en het onderzoek van Buitenaardse Gebieden had voor de mensheid het rijk der sterren opengesteld. Uit haar werkplaatsen en laboratoria kwamen de ruimteschepen die de maan en onze zuster planeten, Mars en Venus, hadden verkend. De Verenigde Staten noch de UNO hadden deze expedities gefinancieerd. Alles was met privé-kapitaal en zonder staatstoezicht geschied. In het geheim had deze Maatschappij in het jaar 2O43 een verkenningstocht ingericht naar Ganymedes, een der manen van Jupiter, en daar op die ijskoude wereld van methaan gassen een voorpost opgericht. Deze planeet bleek rijk aan ertsen. De wezens die op Ganymedes woonden gebruikten deze metalen niet, maar wilden ook niet met de aard bewoners over de ontginning van hun land onderhandelen. En de aarde had deze metalen nu dringend nodig. De Ganymeden waren argeloze primitieven en gezien de oorlog op aarde reeds een hele tijd uitgeschakeld was, kon men de oude kolonisatie methodes om zich grondstoffen toe te eigenen niet meer op Ganymedes toepassen, onder dat de publieke opinie hier tegen zou in opstand komen. De Maatschappij roept dan de hulp in van het Steward & Dinoli Agentschap om het publiek ervan te overtuigen, dat de Ganymeden geen vredelievende inboorlingen zijn, maar verderfelijke monsters.