In de twintigste eeuw begint de mens geleidelijk aan het universum te verkennen. Het eerste andere hemellichaam dat wordt betreden, is de Maan. In de loop van de éénentwintigste eeuw volgt Mars. De verovering van het zonnestelsel vergt moed en doorzettingsvermogen. Tegenslagen en menselijk leed zijn hierbij onontkoombaar. Maar als er één eigenschap is, die de mensheid kenmerkt, is het doorzettingsvermogen.
Gedurende de volgende eeuwen breidt de Aardse mensheid haar invloedsgebied steeds verder uit en wordt het Aards Imperium opgericht. Dat bij de totstandkoming hiervan niet altijd ethisch gehandeld wordt, staat voor de meeste mensen niet ter discussie.
Toch komt er een omslagpunt, waarop de mensheid haar daden en verworvenheden nog eens goed tegen het licht houdt en daar de consequenties uit trekt.