Geboren te Gent. Maurice Polydore Marie Bernard Maeterlinck was een Belgisch dichter, toneelauteur, essayist en vertaler. Hij schreef zijn werk in het Frans en ontving in 1911 de Nobelprijs voor Literatuur. Maeterlinck werd opgevoed in een gegoede familie en genoot zijn onderwijs in het Sint-Barbaracollege (jezuïeten) te Gent. Hoewel hij aan de Gentse universiteit rechten studeerde en doctoreerde in 1885, was hij de advocatuur niet erg genegen en tijdens een verblijf in Parijs kreeg hij de smaak te pakken van literatuur. Daar hij in een Franstalig milieu opgroeide, schreef hij in die taal. Dat wil niet zeggen dat hij geen Nederlands kende of het Nederlands ongenegen was. Zo pleitte hij als jonge advocaat in het Nederlands, wat toen nog uitzonderlijk was. Een van zijn vrienden was Cyriel Buysse, met wie hij regelmatig Gents praatte. Marnix Gijsen vertelde dat Maeterlinck Frans met een Gents accent sprak. In 1889 werd zijn toneeldebuut 'La Princesse Maleine' geprezen door Octave Mirbeau, die recensies schreef voor Le Figaro, en zijn faam was meteen gemaakt. Voornamelijk door de impact van dit werk werd hij in 1911 bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur, maar daar hij een broertje dood had aan ceremonieën, meldde hij zich ziek en liet hij zijn Nobelprijsdiploma ophalen door ambassadeur Charles Wauters. Om deze gebeurtenis te herdenken ging een eeuw later - in september 2011 - het Gentse Maeterlinckjaar van start met allerlei manifestaties om de enige Belg aan wie ooit de hoogste literaire onderscheiding te beurt viel, te eren. In 1895 ontmoette hij de extravagante operazangeres Georgette Leblanc, die zijn vriendin werd en gedurende vele jaren een onmiskenbare invloed op zijn gedachtegoed en stijl uitoefende. Hun relatie duurde 23 jaar. Zij was ook de reden dat hij zich in 1897 in Parijs vestigde. Na de Eerste Wereldoorlog brak Maeterlinck met Georgette en trouwde met de dertig jaar jongere Renée Dahon. In 1920 werd Maeterlinck verkozen tot lid van de pas opgerichte Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique. Om zijn boek 'La vie des termites', een beschrijving van het 'maatschappelijk' leven van de termiet, waarin een parallel kon worden getrokken met de communistische maatschappij, werd hij beschuldigd van het plagiëren van de Zuid-Afrikaanse schrijver Eugène Marais. Deze kwestie is nog niet sluitend opgelost. In 1932 werd hij door koning Albert I in de adelstand opgenomen met de titel graaf. Hij bracht echter niet de inspanning op om het diploma te lichten door het registreren van de 'open brieven' die deze benoeming rechtsgeldig maakten, zodat ze zonder uitwerking bleef. Overleden te Nice, Frankrijk. In 1962 werd in de Peperstraat een gedenksteen geplaatst aan zijn geboortehuis.