Geboren te Velyki Sorotsjyntsi, nabij Mirgorod. Nikolaj Wasiljewitsj Gogol(j) Hij was de eerste grote Russische prozaïst van de 19e eeuw, maar schreef ook poëzie. Bezocht het gymnasium te Nezjin. Was werkzaam als ambtenaar in Petersburg van 1828 tot 1831, maar vluchtte naar Duitsland nadat zijn epische gedicht Hans Küchelgarten genadeloos was afgekraakt. Enkele weken later keerde hij terug naar Petersburg, waar hij zijn baan weer opnam. Hij publiceerde zijn eerste verhalen in tijdschriften. In deze tijd maakte hij ondermeer kennis met Poesjkin. Hoewel hij reeds bij leven faam verwierf met een reeks onvergetelijke novellen, waaronder 'De neus', 'Dagboek van een gek' en 'De mantel' wordt zijn grote, in Rome voltooide schelmenroman 'Dode zielen' overal ter wereld toch beschouwd als zijn meesterwerk en zelfs als een van de absolute hoogtepunten uit de hele Russische literatuur. Uiteindelijk hongerde hij zich dood en raakte in coma. Overleden te Moskou. Toen zijn kist in de twintigste eeuw werd geopend bleek zijn lichaam er met het hoofd naar beneden in te liggen.