Geboren te Maloszyce (bij Kielce), Opatow. Pools schrijver van verhalen, romans, toneelstukken, dagboeken en essays. Hij wordt naast Bruno Schulz en Stanisław Ignacy Witkiewicz beschouwd als voorman van de Poolse avantgarde. Hij was afkomstig uit een gegoede familie en studeerde rechten aan de Universiteit Warschau en filosofie en economie aan het Institut des Hautes Etudes Internationales in Parijs. In 1933 publiceerde hij zijn eerste bundel korte verhalen onder de titel 'Pamiętnik z okresu dojrzewania'. In augustus 1939, vlak voor de Duitse inval in Polen, vertrok hij naar Buenos Aires, Argentinië, waar hij aanvankelijk zo moeilijk kon rondkomen dat hij begrafenissen van volslagen vreemden bezocht om aan eten te komen. Later vond hij een vaste betrekking bij de Banco Polaco, de Argentijnse tak van de Poolse staatsbank. In 1964 vestigde hij zich in Royaumont, bij Parijs; later dat jaar verhuisde hij naar Vence, bij Nice. Veel van zijn werk werd gepubliceerd in het Poolse emigrantentijdschrift Kultura, van Jerzy Giedroyć. In het communistische Polen was het werk van Gombrowicz lang verboden. Overleden te Vence, Frankrijk.