Hendrik Greven was behalve een vrolijke en vrome man ook moedig. In de nog rustige jaren zestig was hij hoofdredacteur van het 'Dagblad van het Oosten' in Almelo. Het blad had behalve onder de ontkerkelijkte industrie-arbeiders in Twente ook veel abonnees uit de rechter flank van het Nederlands protestantisme. Het Reformatorisch Dagblad bestond toen immers nog niet. Het leverde voor hoofdredacteur Greven een dagelijks schipperen op. Wat moest hij met veel sportnieuws bij zijn zwaarmoedig gereformeerde achterban en hoe verwerkte de ongelovige helft van zijn lezers de toen nog gebruikelijke godsdienstige bespiegelingen en mutaties op het kerkelijk erf?

In Rijssen was men nog tegen televisie, terwijl in Almelo de rokjes allengs korter werden dan in het westen van Nederland. Wonderlijk genoeg wist de eeuwig optimistische Greven daartussen een mooi evenwicht te handhaven, waardoor hij het abonnee-tal van de armlastige krant op peil wist te houden. Toen echter een van zijn jongere redacteuren op zekere dag in de krant constateerde dat er in Rijssen 's avonds achter de gesloten gordijnen opvallend vaak de blauwige gloed van een televisie viel te ontwaren, zonder dat daarvoor kijk- en luistergeld betaald werd (officieel werd er immers geen televisie gekeken), was de boot aan. De abonnees dreigden na een donderpreek in een van de kerken van het dorp massaal hun band met het dagblad op te zeggen. Voor de directie van het toch al niet erg florissante blad een reden om van de hoofredacteur te eisen dat hij de redacteur zou ontslaan en de gekwetste lezers openlijk zijn eerbiedige en welgemeende excuses zou aanbieden. Het tekent Hendrik Greven dat hij falikant weigerde de journalist te ontslaan, maar het excuus verscheen wel in de krant. De affaire was voor de directie de directe aanleiding hem als hoofdredacteur te ontslaan.

Greven was een man die - hoewel zelf journalist, inclusief de kenmerkende typerende papillon onder zijn kin -toch iets hield van eerbied voor zijn vakgenoten. Toen een van zijn kinderen thuis bij het dollen over een op de grond uitgespreide krant liep, vermaande Hendrik zijn zoon dat dit niet ging. 'Er hebben mensen aan gewerkt', zei hij. Overleden te Almelo.