Geboren te Düsseldorf, Nordrhein-Westfalen. Christian Johann Heinrich Heine was een Duitse dichter van Joodse afkomst. Hij was de oudste zoon van de kleine koopman Samson Heine en Peierce van Gelderen. Later werden uit dat huwelijk nog drie kinderen geboren, die allen maatschappelijk zeer geslaagd waren. Na zijn schooljaren werd hij door zijn eerzuchtige moeder het zakenleven ingeduwd, waarin zijn vader het niet zo ver, maar zijn oom Salomon het tot millionnair gebracht heeft.. Deze oom heeft Heine altijd financieel gesteund, maar ook bedisseld; dit laatste was de oorzaak van vele ruzies. Harry Heines carrière in zaken liep snel spaak, waarna ook Salomon hem de gelegenheid gaf rechten te studeren. Twee dochters van deze oom, Amalie en later Therese, hebben overigens de jonge, verliefde Heine tot verrukkelijke gedichten geïnspireerd. Hij werd geboren als Harry Heine, maar liet zich in 1825 Luthers dopen onder de naam Heinrich Heine. In 1824 keerde hij terug naar Göttingen om er zijn doctorstitel in de rechten te behalen en waar hij lid werd van de studentenvereniging Corps Guestphalia, dat meermaals in zijn werken voorkwam. Heine behoorde tot de Romantiek en maakte vele ironische en spitsvondige gedichten die ook tegenwoordig nog mensen aanspreken. Hij werkte soms samen met zijn tijdgenoot Karl Marx, die ook corpsstudent is geweest bij Corps Palatia Bonn, waar ook Heine heeft gestudeerd. Innerlijk was Heine een tegenstrijdig mens, enerzijds voelde hij zich Duitser, anderzijds wereldburger; dezelfde soort dubbele gevoelens had hij ook ten aanzien van het jodendom en de romantiek. Beroemd is zijn uitspraak "dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" ("waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen”), die als een profetische vooruitblik geldt voor wat er later in het 'Derde Rijk' van Hitler zou plaatsvinden. Een beroemde dichtbundel van hem is ‘Das Buch der Lieder’ met onder andere ‘Die Lorelei’ en ‘Im wunderschönen Monat Mai’. Hij eindigde verlamd op zijn ziekbed in Parijs, waar hij sinds 1831 in zelfgekozen ballingschap woonde. Overleden te Parijs. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Montmartre. Naar hem is in 1988 de Heinrich Heine-Universiteit in zijn geboortestad Düsseldorf genoemd.