Geboren te Nijmegen. Was een Nederlandse schrijver, anglist en vertaler. Zijn bekendste boek is 'Mystiek lichaam'. Hij was het eerste kind en enige zoon in een gezin waarin nog drie dochters werden geboren. Zijn vader was aannemer. Al tijdens zijn lagere school schreef en tekende hij (hij maakte stripverhalen) en gaf een 'familiekrant' uit. In 1965 overleed zijn grootvader, F. Kellendonk, aan wie hij het korte verhaal 'Chapelle ardente' opdroeg. Hij deed examen gymnasium alpha aan het Nijmeegse Dominicus College. Als zestienjarige was Kellendonk al actief als literair vertaler, namelijk van liedjes van zijn idool de protestzanger Bob Dylan. Bovendien maakte hij onder het pseudoniem Kelly deel uit van een trio waarvoor hij ook eigen liedjes schreef en componeerde. Een overgeleverd hoesontwerp voor een elpee toont de invloed van Dylan: de songtitel 'Tijdelijk als Odysseus' is volgens Kellendonkbiograaf Jaap Goedegebuure 'duidelijk gemodelleerd' naar Dylans nummer 'Temporary Like Achilles'. Het nummer 'Droom' had oorspronkelijk als titel 'Kelly's Droom', 'naar analogie van "Bob Dylan's Dream", te vinden op The freewheelin' Bob Dylan.' Op basis van Kellendonks bewaard gebleven teksten concludeert Goedegebuure: 'De idolatrie voor Dylan ten spijt liggen de songteksten van puber Kellendonk qua bewoordingen en thematiek toch dichter bij het werk van destijds populaire zangers als Boudewijn de Groot en Jaap Fischer'. Eenmaal volwassen prefereerde Kellendonk de strijkkwartetten van Brahms boven 'de mekkermuziek' van David Bowie, maar 'Dylan zou hij met belangstelling blijven volgen.' In 1974 kocht hij een boekje over Dylans jeugdjaren in Hibbing en hij kon niet wachten om diens toentertijd nieuwe album 'Planet Waves' te horen nadat hij in The Times een lovende recensie las. Kellendonk studeerde Engelse Taal en Cultuur aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, tegenwoordig Radboud Universiteit en een studiejaar (1973-1974) in Birmingham; hij studeerde af in Nijmegen en promoveerde op een dissertatie over het 17e-eeuwse uitgevershuis van John & Richard Marriott, uitgevers die vooral bekend werden door uitgaven van de dichter John Donne. Ten tijde van zijn promotie gaf hij in zijn in het proefschrift opgenomen CV aan: "Na zijn doctoraalexamen in 1975 is hij werkzaam geweest als leraar, vertaler, literair auteur, recensent, tijdschriftredakteur, wetenschappelijk bibliotheekmedewerker [...] en docent Engelse letterkunde. Momenteel werkt hij als zelfstandig schrijver in Amsterdam". Nadien was hij werkzaam aan de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. In 1979 werkte Kellendonk enkele maanden als vakreferent bij de Universiteitsbibliotheek Leiden. Hij gebruikte zijn Leidse ervaringen bij het schrijven van de roman 'Letter en geest'. Kellendonk debuteerde in mei 1977 met de verhalenbundel Bouwval waarvoor hij de in dat jaar ingestelde Anton Wachterprijs kreeg toegekend. Vanaf 1978 was hij redacteur bij het tijdschrift De Revisor, tot 1983. Kellendonk werd minstens zo bekend als vertaler en zijn vertalingen waren zijn eerste publicaties uit het Engels met bekende romans als bijvoorbeeld Laurence Sternes Een sentimentele reis door Frankrijk en Italië en De moeilijke jaren van Henry James. Volgens literatuurcriticus Arie Storm wordt het Revisor-proza zodanig gekoppeld aan de spanning tussen fictie en werkelijkheid dat andere aspecten van Kellendonks werk onderbelicht dreigen te raken, zoals 'de onmiskenbare invloed van Reve op Kellendonk, zijn homoseksualiteit als drijfveer voor het schrijven en de hoogmoed van de in zijn verhalen en romans optredende personages. Zijn laatste roman 'Mystiek lichaam' (1986) werd een van zijn bekendste werken. Het boek werd uitgebreid besproken, bekroond met de Ferdinand Bordewijk Prijs en genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. Het boek leverde Kellendonk echter ook beschuldigingen op van antisemitisme en homofobie. In kringen van homoseksuelen (Kellendonk was zelf homoseksueel) was zijn visie op homoseksualiteit als "steriele levensstijl" omstreden. Kellendonk verweerde zich tegen deze kritiek met het klassieke argument dat een auteur niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de denkbeelden van zijn romanpersonages. Al voor de publicatie van dat boek openbaarden zich bij Kellendonk de eerste verschijnselen van aids. Een boek over de affaire-Kerwin Duinmeijer, dat hij in voorbereiding had, bleef daardoor onvoltooid. Zijn stilistische vaardigheid werd geroemd, zijn onmodieuze cultuurkritiek werd ook verguisd. Kellendonk werd een conservatief wereldbeeld verweten. Ook verweet men hem zijn opvatting dat het van gemakzucht getuigde om godsdienstigheid over de gehele linie als passé te beschouwen. Hij wilde in zijn werk moderne opvattingen contrasteren met traditionele om zo de geldigheid van beide te onderzoeken. In dit licht hield Kellendonk in 1987 de Albert Verwey-lezingen aan de universiteit van Leiden. Hij behandelde de 'Altaergeheimnissen' van Vondel, een dichtwerk dat doortrokken is van christelijke mystiek. Deze lezingen, waarin hij theologische en literatuurkritische inzichten met elkaar vervlocht, werden gepubliceerd onder de titel 'Geschilderd eten'. Overleden aan aids te Amsterdam. Hij werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.