Geboren te Schleusingen, Thüringen. Zijn strenge vader was advocaat en notaris en stamde uit een adellijk Schots geslacht. Zijn moeder was de dochter van een rector van een gymnasium. Zij bracht zes kinderen ter wereld, waarvan Heinrich het derde kind en de oudste zoon was. In zijn eerste levensjaren was Heinrich allesbehalve een gezond kind. Zijn leven werd bepaald door ziekte en zwakte, kinderziektes maakte hij dubbel of drievoudig door. Zo moest hij van zijn arts twee jaar lang vastgebonden liggen, omdat men meende dat zijn rug door een val beschadigd was. Door de voortdurende confrontatie met zijn zwakke constitutie verzamelde hij veel innerlijke kracht. Op school werd hij voor een dromer uitgemaakt en veel geplaagd. Zijn medeleerlingen gingen zelfs zover, dat zij hem telkens weer hardhandig met gespreide armen en benen tegen de muur aandrukten: kruisigen heette dit spelletje. Heinrich moest deze pijnlijke vernedering herhaaldelijk ondergaan, maar op een goede dag werd het hem teveel. Een uitbarsting van woede bracht de oplossing: zijn boosdoeners sloegen op de vlucht. Ingrijpend was voor hem het overlijden van zijn moeder, toen hij tijdens de zomer aan de Noordzee op vakantie was. Hij was toen twaalf jaar oud. Heinrich August Paul Jakob Ogilvie begon vanaf zijn 18de levensjaar zijn theologische studies die hij na de Eerste Wereldoorlog afrondde. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, meldde hij zich vrijwillig als soldaat. Na twee weken aan het front – waar hij de dood dagelijks in de ogen zag – raakte hij zwaargewond en werd met een verbrijzeld bovenbeen afgevoerd. Zeven maanden later verliet hij als invalide het hospitaal en voltooide het eerste deel van zijn theologiestudie. Hij maakte deel uit van een groep van 45 medewerkers, overwegend antroposofen, die de ontstaansgeschiedenis van de Christengemeenschap gingen bepalen. Deze stroming, waarvan Rudolf Steiner de richting- en vormgever was, zocht naar een radicale kerkelijke vernieuwing. In 1926 werd hij vanuit Duitsland naar Nederland uitgezonden om hier de Christengemeenschap te stichten. Het is bewonderenswaardig hoe hij zich in de Nederlandse taal heeft ingeleefd. Aanvankelijk als plaatsvervangend Lenker (een Duitse benaming voor het leidende ambt) en later als Lenker van Nederland. Reeds op vroege leeftijd vond men hem bezig met het vertalen van het Nieuwe Testament. De eerste vrucht van zijn vertaalarbeid was het Johannesevangelie dat hij in eigen beheer uitgaf. In 1968 verscheen zijn vertaling van het volledige Nieuwe Testament uit het Grieks in het Nederlands. In 1982, toen hij op gevorderde leeftijd was, verscheen ook nog een eigen bewerking van het Nieuwe Testament in het Duits. Overleden, aan de gevolgen van een longontsteking, te Zeist, Utrecht.