Geboren te Pemantang Siantar, Sumatra, Nederlandse Indië. Rudy Kousbroek was een Nederlands schrijver, dichter, journalist, vertaler en vooral essayist. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten hij en zijn ouders in een Japans interneringskamp ('jappenkamp') opgesloten. Na repatriëring maakte hij zijn gymnasiumopleiding af in Amsterdam, waar hij vriendschap sloot met Remco Campert. Hij ging in dezelfde stad wis- en natuurkunde studeren, maar brak die studie af om naar Parijs te vertrekken, waar hij trouwde met de Amerikaanse schrijfster Ethel Portnoy en onder meer werkte voor de UNESCO en als freelance cultureel correspondent voor het weekblad Vrij Nederland en voor het Algemeen Handelsblad. Hij keerde aan het begin van de jaren zeventig terug naar Nederland en vestigde zich in Den Haag. Hij werd redacteur van het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad. Vanaf begin 1979 woonde hij weer enkele jaren in Parijs. In de jaren negentig keerde hij definitief terug naar Nederland en de laatste jaren, tot aan zijn dood, woonde hij in Leiden. Voor de Europese Parlementsverkiezingen 2004 en de Tweede Kamerverkiezingen 2006 was hij 'lijstduwer' op de lijst van de Partij voor de Dieren. Het heeft de zo recalcitrante Kousbroek niet ontbroken aan erkenning. In 1969 ontving hij de Essayprijs van de gemeente Amsterdam voor 'Revolutie in een industriestaat', in 1975 de P.C. Hooft-prijs voor het gehele essayistische oeuvre, in 2005 de Jan Hanlo Essayprijs voor zijn foto-essays. In 1972 hield hij de eerste Huizingalezing in Leiden, waarvan de titel luidde: 'Ethologie en cultuurfilosofie'. In 1994 kende de Rijksuniversiteit Groningen hem een eredoctoraat in de wijsbegeerte toe (met Lolle Nauta als erepromotor). Kousbroek was in 1951 getrouwd met de Amerikaans-Nederlandse schrijfster Ethel Portnoy (1927-2004), die hij in Parijs ontmoet had en met wie hij twee kinderen kreeg: dochter Hepzibah Kousbroek (1954-2009), die ook als vertaler en schrijfster werkzaam was; en een zoon, Gabriël Kousbroek (1965), beeldend kunstenaar. Na een echtscheiding werd zijn tweede vrouw de Ierse schrijfster en sinologe Sarah Hart, met wie hij een dochter kreeg. Overleden te Leiden, Zuid-Holland.