Geboren in Rotterdam. Onderwijzer. Hij verhuisde in 1939 naar Blijdorp (niet naar de Diergaarde, maar naar de toen pasgebouwde stadswijk). Hij ging naar de Daltonschool en begon daar verhaaltjes te schrijven. Een vriendje dat bij hem in de klas aan tafel zat, maakte er tekeningen bij (ze zaten op die school met z'n achten aan een tafel. Dat was heel bijzonder in die tijd). Van die verhaaltjes maakten ze boekjes; een soort stripboekjes die anderen voor een cent mochten lezen. Met hetzelfde vriendje gaf hij daarna op de MULO (nu de mavo) de Mozartkrant uit. De naam was grappig bedoeld, het krantje ook, maar met uitzondering van henzelf, moest niemand erom lachen.. Hij las ondertussen stapels boeken; hij wilde later ook schrijver worden. Dan kon hij de boeken schrijven die hijzelf het liefst las. Maar omdat zijn vader was overleden, moest Jan meteen na de MULO geld gaan verdienen. Hij ging werken op een scheepvaartkantoor. Dat betekende vaak tot laat in de avond overwerken. Hij had dus erg weinig tijd over om te schrijven. Om in de toekomst over meer vrije tijd te beschikken (dacht hij toen!), begon hij 's avonds voor onderwijzer te studeren. Een tijdschrift nam het enige gedicht op dat hij ooit schreef. In 1957 werd hij onderwijzer aan een basisschool in Overschie. Daar begon hij meteen verhalen te vertellen in de klas en schreef die ook op. Leerlingen die goed gewerkt hadden, speelden er de hoofdrol in, als beloning. Die verhalen werden in verschillende tijdschriften geplaatst. Dat vonden die leerlingen (en Jan zelf) natuurlijk erg leuk. Diezelfde leerlingen wilden nu wel eens een boek van hem lezen. Hij schreef 'Het geheim van de Sémaphore', zijn eerste boek voor Kluitman. Daarna kwamen de boeken over Meester Bikkel en zijn veertig kinderen. Die waren om te laten zien dat onderwijzers ook maar mensen zijn, net als kinderen. En dat alle mensen op z'n tijd wel eens vervelend, boos, onaardig, ongeduldig of oneerlijk zijn. Tussen de bedrijven door schreef hij voor de radio jarenlang hoorspelseries voor de jeugd, zoals De blauwe karbonkel voor de AVRO en Opa Schot en de Rammelpot en De uitvindingen van Professor Poppinga voor de NCRV. Van sommige hoorspelen maakte hij later boeken: 'Het Transpistool', 'Op reis met het Transpistool' en 'De Foetsiefoon'. In 1964 werd hij leraar aan een Huishoudschool, ook in Overschie.