Geboren te Vlaardingen, Zuid-Holland. Kees Volkers is historisch geograaf en schrijver. Studeerde in Utrecht historische geografie en was enige tijd werkzaam aan de Utrechtse universiteit. Daar maakte hij onder meer cryptogrammen voor het Universiteitsblad. Hij publiceerde zo'n dertig boeken en gidsen en vele artikelen over (cultuur)historische en geografische onderwerpen. Daarnaast werkte hij als zelfstandig onderzoeker en publicist voor monumentenorganisaties en overheden. Voor uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig schreef hij in de serie Wandelen buiten de Binnenstad gidsen over Utrecht, Rotterdam en Eindhoven. Zijn aandacht ging al vroeg naar industrieel erfgoed. Voor de Utrechtse uitgeverij Matrijs publiceerde hij boekjes over de industriële bedrijvigheid in Utrecht (1985) en de geschiedenis van het verkeersknooppunt Oudenrijn (1996). Na de eeuwwisseling ging Volkers zich ook toeleggen als routemaker. In 2001 verscheen van zijn hand de fietsgids Rondje Utrecht: fietsen rond het historisch hart van Nederland; in 2003 werkte hij voor het NIVON mee aan de totstandkoming van de wandelgids Utrechtpad. Wandelen door Utrechts valleien. Ook ontdekte Volkers het Pieterpad. Voor NIVON verzorgde hij de uitgave van de wandelgidsen, die hij voorzag van achtergrondinformatie en wetenswaardigheden over het Nederlandse landschap. In 2016 maakte hij samen met de stedenbouwkundige Paul Kurstjens de gids De mooiste Vinex-wandelingen. Onlangs publiceerde hij samen met zijn broer Hans een themagids met als titel Wandelen in havensteden. Van elke verkochte gids doneren de broers een euro aan Matchis, het Nederlands centrum voor stamceldonoren. Volkers publiceert niet alleen wandelgidsen. Als freelance journalist en onderzoeker publiceert hij ook boeken over historisch erfgoed – zoals over verdwenen spoorlijnen – en de Nederlandse biercultuur. Als bierliefhebbers is hij ook actief als amateur-brouwer. In 2021 stelde hij een bundel reisverhalen samen onder de titel Groeten uit Baflo. Niet al te verre reisverhalen. De titel was ontleend aan een reis die hij ooit samen met een studievriend maakte naar het Noord-Groningse dorp. In de verhalen gaat hij op zoek naar de schoonheid van het alledaagse. Flip van Doorn typeert Volkers in Trouw als een knorrige oom. Niet per sé onsympathiek, maar wel iemand die mopperen en brommen tot een levenskunst heeft verheven.