Geboren te Ledeberg. Carlos De Vrieze was een Belgische schrijver. Studeerde in de oorlogsjaren aan de Rijksnormaalschool te Gent (waar hij als zeventienjarige is afgestudeerd) en is zijn hele loopbaan in het stedelijk onderwijs actief geweest. Naast onderwijzer was hij de auteur van leerboeken voor het lager onderwijs en van talloze bijdragen over dagelijkse schoolpraktijk en didactiek, verschenen in Persoon en gemeenschap van 1958 tot 1973. Zijn hele leven heeft hij last gehad van steeds terugkerende migraine, waar hij zich iedere week een paar dagen echt ziek door voelde.
Naast kinderboeken schreef hij ook SF-verhalen (in het tijdschrift Yang), de roman De eerste wet (1979), een aforismenbundel Explosiefjes (1977) evenals de tekst voor Antipode, een avondvullende compositie van Georges Bouché voor computers, stemmen, fluit, gitaar en dansers. Verder publiceerde hij boekbesprekingen en vertalingen van Russische en Tsjechische literatuur (in de Poëziekrant). Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog liet hij een tijdschrift in Esperanto, La juna Esperantisto, verschijnen. In de jaren 1970-1980 was hij eerst redactielid en later redactiesecretaris van het tijdschrift Yang. Tevens was hij medewerker aan de rubriek Geestesleven van het dagblad Vooruit.