Geboren te Amsterdam. Dick Walda groeit op in een arbeidersgezin te Amsterdam. Hij gaat naar de MULO, waar hij enkele jaren een grafische opleiding volgt. Na een aantal omzwervingen gaat hij schrijven. Als schrijver debuteert Walda in 1966 met een verhaal in De Maatstaf. Na het schrijven van enkele verhalenbundels komt hij in 1969 terecht bij de VARA-radio. Onder leiding van Ad Löbler die de VARA hoorspelen duidt als sociaal realisme, schrijft Walda uiteindelijk ruim honderd hoorspelen voor de radio. Deze hoorspelen zijn voornamelijk gedramatiseerde documentaires. Via Ad Löbler komt hij zonder enige ervaring terecht bij de televisie, waar Walda onder leiding van Herman Fortuin en Kruithof aan het werk gaat. Hij maakt zijn debuut met de serie Waaldrecht (1973), een serie die bestaat uit twaalf afleveringen. Walda schrijft drie afleveringen voor de serie, (tot de schrijvers van Waaldrecht behoort onder andere Kees Holierhoek). Walda heeft zich nooit vast verbonden aan een omroep. Het meeste schrijft hij voor de NOS. Daarnaast schrijft hij nog een enkele keer een televisiespel voor de VARA , IKON, TROS en de NCRV. Voor de NOS schrijft hij de zesdelige serie De Wolvenman (1974), de enige serie die de NOS in die tijd produceert. De Wolvenman gaat over de problematiek die Walda ziet in het ouder worden; het vereenzamen en het verliezen van een maatschappelijke functie. In de serie wordt deze problematiek gerepresenteerd door hoofdpersoon Otto Atsma. Atsma is het soort personage dat regelmatig terug komt in het werk van Walda; de underdog. Dit thema kan gezien worden als de rode lijn in zijn werk. Naast De Wolvenman schrijft Walda acht eenakters voor de NOS, waaronder Wassen en föhnen over de problemen van kleine zelfstandigen (1975), En wie krijgt de kat? een televisie spel over een stel dat van elkaar vervreemdt (1981), Een vlieger voor God over de uitbraak van een polio-epidemie (1981), Op het eerste gezicht over de afhankelijkheid van psychiatrische patiënten (1983). In 1981 schrijft hij in opdracht van de VARA mee aan de televisieserie De Lemmings. Deze serie wordt net als Waaldrecht door verschillende auteurs geschreven; vier auteurs schrijven elk drie volledige afleveringen van de serie. De meerderheid van Walda’s werk speelt zich af in de stad, en hij zegt zich dan ook te laten inspireren door wat om hem heen gebeurt en wat leeft onder de ‘gewone’ mensen. Hij stelt zelf dan ook niet te schrijven over dokters en advocaten. De problemen die zij hebben komen niet overeen met de kwesties die Walda in zijn spelen verwerkt. Dick Walda is actief geweest binnen de radio en televisie wereld vanaf eind jaren zestig tot begin jaren negentig. Begin jaren negentig schrijft hij nog enkele hoorspelen voor de NOS en de IKON.