Geboren te Delft. Hendrina Johanna Maria Wolffenbuttel-van Rooijen groeide op in een heerlijk grachtenhuis met uitzicht op drie bruggen. Ze was voor haar huwelijk onderwijzeres en schreef onder schuilnaam voor tijdschriften als "Mei, geïllustreerd maandblad voor Kath. Jong Nederland". Vanaf begin jaren dertig schreef ze (deels onder de pseudoniemen Ina Bloemhof en Maria van Dorsten) katholieke jeugdboeken voor o.a. De Spaarnestad, Van Goor en St. Gregoriushuis. Publiceerde onder schuilnaam in enige tijdschriften, waaronder o.a. in 'Mei", geïllustreerd maandblad voor Kath. Jong Nederland. Kreeg in 1922 van de heer H. B. van de Sande het verzoek mede te werken aan de op te richten Jeugdbibliotheek van uitgesproken katholieke boeken. Dit gaf de stoot aan haar werk als jeugdschrijfster. In 1938 werd zij door de VARA benaderd om voor de radio haar eigen sprookjesbewerkingen voor te lezen. Deze populaire uitzendingen werden gevolgd door de rijmende vervolghoorspelen over Leloe Swalijs en Ilja, de kleine ganzenridder. Door de Duitse inval kwam een abrubt einde aan het programma, maar de verhalen verschenen tijdens en na de oorlog wel in boekvorm. Veel van haar boeken werden geïllustreerd door Frans van Noorden (1887-1961). Ze bleef tot in de jaren zestig schrijven, naast kinderboeken ook o.a. de Geschiedenis van het Oude en het Nieuwe Testament en een enkele roman voor volwassenen.