Geboren te Helvoirt. Schrijver, geschiedkundige en promotor van Brabants eigene. Studeerde aan de Katholieke Leergangen in Tilburg (geschiedenis) en journalistiek aan het Instituut voor Perswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Gedurende zijn lange loopbaan was hij werkzaam als journalist bij de Nieuwe Tilburgse Courant, de Maasbode-pers, het Eindhovens Dagblad en de Brabant Pers; free lance-auteur sinds 1967. Van Oirschot was oprichter Stichting Kasteel Nemerlaer te Haaren, mede-oprichter Stichting Brabantse Dag Heeze. Oprichter twee heemkundekringen in Noord-Brabant, medeoprichter Brabantse Kastelen Stichting en van de landelijke Stichting Monumenten (waarvan voorzitter); redacteur maandblad Monumenten. Hij was secretaris van Brabant Eén. Van Oirschot was ook hoofd- en eindredacteur van de vierdelige Encyclopedie van Noord-Brabant. Van Oirschot was een van de productiefste schrijvers in en over Noord-Brabant. Hij schreef ook een aantal boeken over antiek en kastelen, en hij publiceerde enkele gedichtenbundels, onder andere met zijn vrouw Carole Vos. Bekend is zijn vierdelige Encyclopedie van Noord-Brabant (1985-1986), waarin veel gegevens over Tilburg staan. In andere boeken schonk hij eveneens aandacht aan Tilburg, onder meer in 'De krant in Brabant' (1963) en 'Merkwaardigheden in Brabant' (1990). Van Oirschot was vijftien jaar hoofdredacteur van de Tilburgse Gasthuiskrant. In 1988 schreef hij 'Nooit te oud om te leven: Kroniek van het St. Josephgasthuis, het St. Rochusgasthuis, het St. Annahofje, de Kievitshorst en de Bijsterstede in Tilburg 1888-1988'. Met Paul Spapens schreef hij 'Smokkelen in Brabant: Een grensgeschiedenis 1830-1970' (1988), waarin ook de geschiedenis van het smokkelen in de omgeving van Tilburg aandacht krijgt. Van Oirschot was docent PR en Publiciteit, onder meer aan Opleidingsinstituut Schoevers. Hij woonde vanaf 1967 samen met schrijfster Carole Vos (Truusje Sparla) op kasteel Nemelaer in Haaren. Overleden te Haaren.