Geboren op Sumatra, Nederlands Indië. Ze stamt uit een gereformeerd nest en was volgens eigen zeggen altijd in de oppositie. De eerste zeven jaren van haar leven bracht ze door in Nederlands-Indië, daarna kwam ze met haar familie naar Nederland. Ze volgde de mms en studeerde enkele jaren Frans. Na enige tijd te hebben gewerkt als secretaresse, ging ze logopedie en foniatrie studeren. Vervolgens had ze als logopediste een eigen praktijk en werkte ze als stemvormingsdocente aan het Instituut voor Taalexpressie van de Rijksuniversiteit Utrecht en de Akademie voor Expressie door Woord en Gebaar, ook in Utrecht. Aanvankelijk schreef Marianne Colijn alleen artikelen, totdat iemand haar op het idee bracht een boek te gaan schrijven. Eerst dacht ze: ‘Dat kan ik niet’, maar al snel had ze de eerste zin voor 'Te vuur en te zwaard', de novelle waarmee ze in 1955 debuteerde. Sinds 1975, toen 'De klap van de boemerang' verscheen, schrijft ze voornamelijk voor kinderen. Twee maal ontving Marianne Colijn de jeugdboekenprijs van de stad Tielt en uitgeverij Lannoo: in 1978 voor 'Merel Veronika, Wereldkind', in 1984 voor 'Yo-Ling-Ho, de vliegende vuurtorendraak'.