Geboren in Rotterdam. Was een Nederlands toneelschrijver. Daarnaast schreef hij ook honderden kleine verhaaltjes (Falklandjes, ontleend aan zijn pseudoniem Samuel Falkland). Een ander pseudoniem dat hij gebruikte was Koos Habbema.Zoon van journalist, aanvankelijk werkzaam in de handel. Heijermans groeide op als oudste zoon in een liberaal joods gezin met elf kinderen. Herman Heijermans was de jongere broer van de beeldende kunstenares Marie Heijermans en de kinderboekenschrijfster Ida Heijermans (1861-1943) en de oudere broer van de sociaal geneeskundige Louis Heijermans. In 1893 begon Heijermans als toneelrecensent bij de net opgerichte krant De Telegraaf. Hij schreef felle kritieken en creëerde daarmee al snel veel vijanden. Hij begon zelf ook toneelstukken te schrijven, die zeer sociaal betrokken waren. Voorbeelden zijn Ghetto (1898), over de bedompte, orthodox-joodse sfeer van sjacheraars en voddenkooplieden, Glück auf! (1911) over de gruwelijke ramp in de mijn Radbod in Westfalen, en het zeer bekende Op hoop van zegen (1900), over de zware omstandigheden van de vissers. Redigeerde van 1897 tot 1901 het sociaal tijdschrift 'De Jonge Gids', schreef onder verschillende pseudoniemen. Woonde van 1907 tot 1912 in Berlijn. Begin jaren twintig van de 20e eeuw was Heijermans korte tijd directeur van Theater Carré. Herman Heijermans was van 1901-1918 getrouwd met de cabaretzangeres Maria Sophia Peers (1872-19??). Hun dochter Hermine (1902-1983) maakte naam als publiciste. Overleden in Zandvoort aan de gevolgen van kanker. Zijn begrafenis, georganiseerd door de SDAP, vond plaats in Amsterdam. Illustratief voor zijn populariteit is het grote aantal belangstellenden langs de route van de lijkkoets van Zandvoort naar Amsterdam: de mensen stonden rijen dik.