Geboren te Akyab, Birma. Hij was een Brits schrijver wiens grappige en fantastische verhalen het sociale milieu van de Edwardiaanse periode op een macabere en venijnige manier op de hak namen. Hij was de zoon van Charles Augustus Munro, een inspecteur-generaal voor de Birmese politie in de tijd dat het land nog door Groot-Brittannië werd geregeerd. Toen hij nog klein was, werd hij door zijn moeder meegenomen naar Engeland en na haar dood onder de hoede gesteld van een tweetal onstuimige en autocratische tantes. Munro heeft van deze tantes vrijelijk gebruik gemaakt in verscheidene van de briljante verhalen die hij later ging schrijven. Munro werd opgeleid aan Pencarwick School in Exmoth en de Bedford Grammar School. In 1893 ging hij bij de Birmese politie, maar werd drie jaar later om gezondheidsredenen gedwongen terug te gaan naar Engeland. Daar begon hij aan een carrière als journalist, en schreef voor kranten zoals de Westminster Gazette, Daily Express, en Morning Post. In 1900 verscheen Munro's eerste boek, 'The Rise of the Russian Empire', een historische studie gebaseerd op Edward Gibbons boek 'The Decline and Fall of the Roman Empire'. Dit boek werd in 1902 gevolgd door 'Not-So-Stories', een bundel korte verhalen. Tussen 1902 en 1908 werkte hij als buitenlands correspondent voor The Morning Post in de Balkan, Rusland, en Parijs, en uiteindelijk in Londen. Veel van zijn verhalen uit die tijd spelen rondom de elegante Reginald en Clovis die een harteloos en doortrapt plezier hebben in de onbehaaglijkheid en het onderuitgaan van de conventionele en pretentieuze oudere generatie. In 1914 verscheen het boek 'When William came', waarin hij beschrijft wat er zou kunnen gebeuren als de Duitse keizer Engeland zou innemen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij onder de wapenen geroepen; in november 1915 werd hij naar Frankrijk gezonden, alwaar hij een jaar later in de loopgraven bij Beaumont Hamel stierf als een vrijwel onbekende auteur. Indertijd werden zijn verhalen amoreel gevonden, maar net als in het geval van de in vergetelheid geraakte Alphonse Allais en Ambroce Bierce is Munro inmiddels herontdekt als een onverbeterlijke meester van de zwarte humor.