De moeder van Kleine Heintje verbiedt hem om naar het Woud van het Kwaad te gaan, omdat daar volgens haar hoornnokkers, knotszwabbers en monsterlijke drochten wonen. Op een dag gaat Kleine Heintje toch en wordt dan achternagezeten door een rapschranzer. Kleine Heintje vlucht een boom in en ontmoet de minpins. Samen bedenken ze een plan om de monsters te verslaan.