De kleine kapitein is een jongen die van een potkachel, een badkuip, een stoelpoot en een fietsketting zijn schip de `Nooitlek' bouwt. Als de schroef, gemaakt van gesmolten bronzen centen, tenslotte ook nog klaar is, tilt een hoge golf het schip van het duin. De avontuurlijke toch van de `Nooitlek' met de kleine kapitein en zijn kornuiten Dikke Druif, Marinka en Bange Toontje kan beginnen. Door de Drakepoort bereiken ze het onbewoonde eiland van Groot en Groei, waar ze een gestrande schipbreukeling, de lichtmatroos Gijs, vinden. Met Gijs op sleeptouw bereiken ze hete volgende eiland, waar ze een tweede schipbreukeling ontmoeten, die daar woont in gezelschap van een troep getemde circusdieren. Tenslotte bereikt de `Nooitlek' een griezelige spookstad, waar een enorm avontuur op hen wacht.