Ooit waren er de Vier Wapens van de Macht, toebehorend aan de vier takken van het magiërs volk. Nu, millennia later, zijn alleen de menselijke magiërs nog over. De jonge Aurian en haar geliefde Anvar, die magiërsbloed én elfenbloed in zich heeft, hebben inmiddels twee van de verloren gewaande Wapens in hun bezit: de Staf van de Aarde en de Harp der Winden. Zowel het Vlammende Zwaard als de machtige Graal van Wedergeboorte zijn in handen van de valse Eliseth, die eerder de machtige en gewetenloze aartsmagiër Miathan versloeg. Na enkele jaren te zijn vooruitgeworpen in de tijd, treffen Aurian en haar trouwe metgezellen een wereld aan waarin de wrede onberekenbare elfen zijn teruggekeerd. Voor deze onsterfelijken zijn mensenlevens – en dus ook hun menselijke slaven – van generlei waarde, terwijl ze de Xandim uitsluitend als paarden gebruiken. Aurian is inmiddels in alle staten. Ze weet niet of haar geliefde Anvar dood of levend is, noch waar haar zoontje Wolf verblijft. En Eliseth? Zij heeft de Graal misbruikt om eerst Nexus en daarna Aerillia, de hoofdstad van de Wolkenruiters, in haar macht te krijgen. Ze speelt met leven en dood, en ze heeft geraffineerde valstrikken opgezet om definitief met Aurian af te rekenen. Tot overmaat van ramp is de Harp der Winden zonder Anvar nutteloos en verliest de Staf van de Aarde zijn kracht. Na een reeks avonturen waarin Aurian en haar kleine bonte gezelschap van vrienden en helpers de ene tegenslag na de andere te verwerken krijgen, besluit de queeste, De kronieken van Aurian, met een zinderende ontknoping: eindelijk komen Aurian en Eliseth oog in oog met elkaar te staan.