Alan Parker hoort dat zijn moeder een beroerte heeft gehad. Hij heeft geen auto en besluit van de Universiteit van Maine in Orono naar zijn geboortestad Lewiston, zo'n tweehonderd kilometer ten zuiden van Orono, te liften. Onderweg krijgt hij een lift van een zekere George Staub, van wie Parker weet dat hij bijna dertig jaar geleden in een auto-ongeluk om het leven is gekomen. Staub, wiens lichaam blijkbaar met hechtingen bijeen wordt gehouden, verteld de doodsbange Parker dat hij moetkiezen tussen zijn eigen leven en dat van zijn moeder. Parker kiest voor zijn eigen leven en wordt vrijgelaten. Mevrouw Parker leeft nog enkele jaren voordat ze bezwijkt, maar Alan wordt voorgoed door zijn lafheid gekweld.