Gregor Samsa leeft samen met zijn vader, moeder en zuster in een huis. Op een dag gaat Gregor kan Gregor niet uit zijn bed komen en hij komt erachter dat hij in een kever is veranderd. Zijn baas wordt boos en dreigt met ontslag. Vervolgens gaat zijn vader helemaal door het lint, als Gregor uit zijn kamer wil komen en bekogelt Gregor met appels. Een van de appels blijft tussen zijn rugschild en zijn rug zitten. Gregor’s rol als kostwinnaar is daarmee uitgeschakeld: Hij kan niet meer normaal functioneren. Hij kan niet eens meer praten. Hij wordt overbodig. Zijn ouders halen zijn meubels van zijn kamer af. Zijn zuster dringt bij hun ouders aan dat Gregor weg moet. Om de hele situatie nog erger te maken, Gregor wordt genegeerd door zijn moeder en zijn vader en komt erachter dat zijn vader een incestueuze relatie met zijn zuster heeft. Zijn moeder, die zijn enige hoop, was stort in elkaar en kijkt niet meer naar hem om. Gregor heeft incestfantasiën over zijn zuster. Hij kijkt op een dag door een kiertje uit zijn kamer en ziet zijn zus viool spelen voor een aantal kamerheren die bij hun zijn komen wonen. Hij kruipt steeds verder de kamer in, totdat de deftige kamerheren hem zien en hem dan vervolgens de kamer uitjagen. Zijn zus krijgt een steeds grotere hekel aan hem en weigert hem Gregor te noemen, maar noemt hem ‘het’. Gregor weet dat hij overbodig is en de volgende morgen sterft hij bij zonsopgang. Zijn dood werkt als een bevrijding voor de familie.