Sinds enkele tijd lezen we in kranten en tijdschriften geregeld over zogenaamde UFO’s (= Unindentefied Flying Objects of kortgezegd Vliegende Schotels). Wetenschappelijk gezien weten we niets. Heel wat 'vliegende schotels’ bleken achteraf weerkundige ballonnen te zijn, of eigenaardige weerkaatsingen van de zon... En toch... Als we aannemen dat de vliegende schotels van een andere wereld komen, zijn ze in elk geval niet van een ster afkomstig: de dichtstbij gelegen ster is nog veertien biljoen kilometer verwijderd. Enige kans bieden de planeten. Mercurius is kokend heet. De zon verschroeit er alle leven. Ook op Venus zijn de kansen gering. Door de hete temperatuur zou het leven er zich totaal anders ontwikkeld hebben. Alleen Mars lijkt de meest geschikte. In ieder geval zouden de levende wezens een heel andere structuur hebben dan bij ons. De mogelijkheid dat er organismen leven, zij het dan ook totaal verschillend, is niet uitgesloten. Zo bestaat toch ook in de diepten van onze zeeën, in de onmogelijkste omstandigheden van druk en temperatuur, een rijke verscheidenheid van eigenaardige diepzeevissen, die aan de oppervlakte meteen ontploffen... Misschien zullen we het raadsel nooit oplossen. Of toch? Want op een dag beleefden Wim, Gust en Greetje een daverend avontuur. Op hun kampeerterrein daalt... een ruimteschip!